Het toelatingsexamen bestaat uit een praktijk- en een theoriegedeelte. Beide gedeeltes moeten gehaald worden om voor een plek in aanmerking te komen.
Het praktijkexamen
Je bereidt een programma van ca. 20 minuten voor, waaruit bij het toelatingsexamen wordt gekozen. De stukken moeten uit verschillende stijlperiodes worden gekozen en gelegenheid bieden om je technische niveau en de muzikaliteit van de kandidaat te beoordelen. Ook wordt gelet op stilistisch inzicht en affiniteit met de gespeelde muziek.Een voorbeeld dat als referentie kan worden gebruikt zijn de volgende werken, maar andere werken met een vergelijkbare moeilijkheidsgraad zijn ook mogelijk:
- Een Italiaanse sonata uit de eerste helft van de XVIIe eeuw of een madrigal/chanson met een gediminueerde bovenstem.
- Minstens twee delen uit de Concerts Royaux of the Nouveaux Concerts van François Couperin of werk van een andere componist in dezelfde stijl.
- Een sonate van Geminiani.
- Twee delen gekozen uit de Sonatas en Partitas van Johann Sebastian Bach of een Fantasia voor viool solo van Georg Philpp Telemann of een sonata voor viool en b.c. van Johann Sebastian Bach of Georg Friedrich Händel.
Theoriedeel toelatingsexamen
Het theoretisch gedeelte omvat:
- een schriftelijke gehoortest
- een schriftelijke test algemene muziekleer
- een individuele, praktische test solfège
Klik hier voor de proefexamens theorie