Het accent ligt tijdens je bachelor primair op het Barokrepertoire en het aanleren van technieken die dienen voor de daarbij behorende functie van het instrument.

Hoezeer ook gericht op de praktijk, juist bij Oude Muziek is een goede theoretische basis, en achtergrondkennis van de muziek- en instrumenthistorie essentieel. Je zal je dus ook verdiepen in de fundamenten van het basso continuo, historische ontwikkeling van het hoofdvak, praktijk en theorie van de versieringen en diminuties, notatie en stijlanalyse. Ook onderzoek is een wezenlijk kenmerk van de opleiding. Je wordt hierin stapsgewijs geïntroduceerd met lessen in bibliografie, bronnenstudies en onderzoekstechnieken. Je aandeel in projecten en ensembles is relatief groot. Samenspel en vooral basso continuo zijn de meest gevraagde competenties die van je worden gevraagd.

Je kan je bachelor met diverse keuzevakken, zoals barokdans, stijlgebonden improvisatie, gevorderde lessen basso continuo en retorica aanvullen om een persoonlijk profiel te creëren. Regelmatig vinden er masterclasses en lezingen plaats door zowel musici als musicologen (of een combinatie van beide) zowel uit Nederland als daarbuiten.

De afdeling Oude Muziek van het Koninklijk Conservatorium staat wereldwijd bekend als één van de grootste en belangrijkste opleidingen in zijn soort. Al meer dan vijftig jaar is het een unieke kweekvijver en smeltkroes van talenten binnen de historische uitvoeringspraktijk. Instrumentale en vocale muziek vanaf de Middeleeuwen en de Renaissance tot de Romantiek wordt onderwezen door musici die internationaal als autoriteit in hun vakgebied worden beschouwd. Vanwege de hoge kwaliteitsnormen die het internationale docententeam hanteert, geldt een afgeronde studie aan het Koninklijk Conservatorium automatisch als een aanbeveling in professionele kringen.

Bekijk hier het overzicht van de docenten Oude Muziek.