Nieuw hoofd van de afdeling Klassiek

30 oktober 2023

Vanaf 1 december verwelkomt het Koninklijk Conservatorium met trots een nieuw hoofd van de afdeling Klassiek: Eleonoor Tchernoff. Ze volgt hiermee haar voorganger Marlon Titre op.

Eleonoor Tchernoff is voor velen binnen het Koninklijk Conservatorium geen nieuw gezicht. Met haar hogere onderwijs diploma’s als violiste en in de muziekwetenschap bouwde ze een indrukwekkende staat van dienst op, in Nederland maar ook internationaal. Haar brede en diepe kennis van het nationale en Europese hogere muziekonderwijs, als ook haar kennis van en ervaring binnen het muzikale professionele veld, brengen het KC een hoofd die de afdeling Klassiek met visie en daadkracht zal leiden.

Tchernoff (1981) studeerde viool aan het Utrechts Conservatorium en muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. De afgelopen jaren werkte zij als zelfstandig adviseur aan adviestrajecten in het hoger onderwijs en de culturele sector, onder andere voor de Hogeschool der Kunsten Den Haag, en met MusiQuE voor het Vlaamse Departement Economie, Wetenschap en Innovatie. Ook was zij als NVAO-secretaris betrokken bij accreditatieprocedures in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Daarvoor werkte Eleonoor zeven jaar op het Koninklijk Conservatorium, als assistent-hoofd Klassiek en later als beleidsmedewerker onderwijs. Eerder was zij freelance violist en viooldocent, en projectmanager bij de European Association of Conservatoires. Eleonoor is als adviseur orkesten verbonden aan de Raad voor Cultuur, en is voorzitter van het bestuur van het hedendaagse-muziekensemble Kluster5.

Eleonoor: ‘Het is voor mij bijzonder om in deze rol terug te keren naar het Koninklijk Conservatorium, een plek waar ik eerder met plezier heb gewerkt. Ik verheug me op de (hernieuwde) kennismaking met studenten, docenten, collega’s en partners in binnen- en buitenland. Samen wil ik verder bouwen aan een bloeiende afdeling Klassiek, waarin de zorg voor de muzikale traditie samengaat met openheid en nieuwsgierigheid naar wat nog kan komen.’