Veertig jaar jazzonderwijs aan het Koninklijk Conservatorium: een mijlpaal. Veel is veranderd, veel is gelijk gebleven. Een vogelvlucht van wat is gebeurd en wat is bereikt. En een blik op de toekomst.

Begin

Opleidingen op het hoogste niveau van de allerbeste docenten voor opera, ballet en klassieke muziek. Daarvoor wordt het prachtige nieuwe gebouw aan de Juliana van Stolberglaan 1 in Den Haag eind jaren zeventig geopend. Op het laatste moment besluit directeur Jan van Vlijmen dat ook jazz er onderdak moet krijgen.

Een aantal jazzmusici van wereldfaam uit Den Haag gaan gaat aan de slag: Frans Elsen, piano, Ack van Rooijen, trompet en Peter Nieuwerf, gitaar. Zij halen collega’s uit de beroepspraktijk over om ook te komen lesgeven: Ruud Brink en Ferdinand Povel, saxofoon; Bart van Lier, trombone; Clarence Beckton, drums en John Clayton, contrabas. Frans Elsen en Boudewijn Leeuwenberg zorgen voor de lessen muziektheorie. Jazzcriticus, schrijver en historicus Ruud Kuijper verzorgt de lessen jazzgeschiedenis.

Gezellig is het zeker, het eerste decennium. De studenten van het eerste uur zijn voor het grootste deel leden van de Big Band Den Haag die al bestaat voordat de jazzafdeling van het Koninklijk Conservatorium van start gaat. De professioneel-kritische-vriendschappelijke-perfectionistische houding van die bigband, blijft een constante factor in de jazzafdeling. Tot de dag van vandaag.

Kritiek is er ook op de jazzopleidingen in het begin van de jaren tachtig in de jazzpers. De gemeenplaatsen van toen, komen nu als onwaarachtig over: jazz is niet te leren; jazzopleidingen leveren alleen klonen af van overleden jazzgrootheden; jazz leer je op straat en niet op school. Binnen enkele jaren wordt duidelijk dat er een jonge, nieuwe frisse generatie van jazzmusici is ontstaan vanuit de jazzopleidingen die nieuwe impulsen geeft aan de mondiale jazzwereld. Het Ben van den Dungen Jarmo Hoogendijk Kwintet trekt nog voordat de leden aan het Koninklijk Conservatorium zijn afgestudeerd voortdurende door heel Europa en verkoopt een flink aantal cd’s.

De Big Band Den Haag, inmiddels de Big Band Koninklijk Conservatorium, treedt midden jaren tachtig naar buiten. Er wordt een heuse vinyl elpee gemaakt met alleen arrangementen van Nederlandse componisten en arrangeurs. Het eerste succesvolle optreden tijdens het North Sea Jazz Festival is onder leiding van Frans Elsen met uitsluitend eigen werk. Eén jaar later volgt een minstens zo succesvol optreden in de PWA-zaal, de grootste zaal van het festival, onder leiding van de Amerikaanse arrangeur-componist Bob Brookmeyer. In de jaren erna is de Big Band Koninklijk Conservatorium een constante factor tijdens het North Sea Jazz Festival met gastdirigenten zoals Bill Holman, Bob Mitzer, Maria Schneider, Lalo Schifrin, Rob Pronk en Rob McConnell.

Groei

Het tweede decennium wordt gekenmerkt door groei en internationalisering. De kleine, gezellige, Nederlandssprekende jazzafdeling neemt in omvang toe. De voertaal wordt Engels. Jazz ontwikkelt zich internationaal en de jazzafdeling van het Koninklijk Conservatorium inmiddels ook. In het begin moeten de Nederlandse studenten wennen aan hun Deense, Duitse, Spaanse, Italiaanse en ook Koreaanse studiegenoten. Al snel worden internationale lessen, klassen en combo’s de norm, zoals overal ter wereld in het jazzonderwijs.

De eigen identiteit groeit in het tweede decennium. In de jaren negentig publiceren docenten van de jazzafdeling jazz theorie en praktijk boeken zoals Jazzpracticum en Jazz harmonie aan de piano. Meer en meer groeit het bewustzijn van de jazzafdeling van het Koninklijk Conservatorium als internationaal maar vooral Europees onderwijsinstituut. Naast de Nederlandse docenten worden collega’s uit de USA aangesteld zoals Jeanne Lee, Rachel Gould en John Ruocco maar ook Nederlandse grootheden zoals Eef Albers, Jarmo Hoogendijk, Rob van Bavel en Eric Ineke.

Generatiewissel

Rond de eeuwwisseling is de jazzafdeling tot een stabiele omvang gekomen van rond de honderd studenten. In het derde decennium gaan één voor éen docenten van het eerste uur met pensioen. Deze grondleggers van de jazzafdeling hadden zelf geen jazzopleiding genoten maar een klassieke muziekopleiding. Hun baanbrekend werk wordt overgenomen door een jongere generatie die wèl een jazzopleiding hebben genoten.

Wereldwijd veranderen conservatoria in muziekuniversiteiten. Er komt een belangrijk accent te liggen op onderzoek, met name in de masteropleiding. Voor de jazzafdeling betekent dit dat in het vierde decennium het praktijkgericht onderzoek een nieuwe en belangrijke plaats gaat innemen. Eindpresentaties van onderzoek door jazzstudenten worden door internationale panels bovengemiddeld goed beoordeeld.

Het zijn niet alleen de studenten die praktijkgericht onderzoek doen. Docenten worden in staat gesteld om in combinatie met hun werkzaamheden de mastertitel te halen door het schrijven en presenteren van een masterscriptie.

Veranderingen in de studenten- en docentenpopulatie, verbreding en verdieping van het curriculum, een steeds wisselende uitvoeringspraktijk. Veel is veranderd maar ook veel is gelijk gebleven. De collegiale houding tussen studenten en docenten is ingebakken in het DNA van de jazzopleiding: studenten zijn de toekomstige collega’s van de docenten die allen met beide benen in de beroepspraktijk staan. Buiten de school ontmoeten zij elkaar onder andere tijdens de jamsessies en concerten die de stad Den Haag rijk is.

Scharnier naar de toekomst

Na veertig jaar jazzonderwijs aan het Koninklijk Conservatorium kan teruggekeken worden op een turbulente geschiedenis. Docenten van het eerste uur zijn opgevolgd door een nieuwe generatie met een grondige jazz-pedagogische scholing. De studenten van nu worden de uitstekende spelers, de sterke pedagogen en de grondige onderzoekers van de toekomst.

Het scharnier naar de toekomst is ongetwijfeld de inzet van nieuwe lesmethoden en lesinhouden. Digitale media gaan hierbij een belangrijke rol spelen. In het huidige tijdperk is alle informatie overal en altijd beschikbaar. Studenten van nu willen weten van hun docenten weten hoe een eigen weg te banen in de overvloed aan informatie die aan alle kanten op hun afkomt. De jazzafdeling van het Koninklijk Conservatorium was aanvankelijk een plaats waar alle informatie over jazz was aan te treffen. Deze positie is veranderd. De jazzafdeling biedt de toekomstige beroeps jazzmusici een plaats waarin de noodzakelijke informatie wordt aangeboden om tot volledige persoonlijke ontplooiing te komen.

Op niet al te lange termijn wordt verhuisd naar een nieuw gebouw met nog betere faciliteiten dan de huidige. Een nieuwe periode breekt aan waarin kan worden teruggekeken op wat in het verleden is bereikt en ook worden verder gebouwd op het fundament dat in vier decennia is gelegd.