Feest bij de tuba afdeling van het Koninklijk Conservatorium. Coen van den Bos en Daniël Schwagermann, respectievelijk alumnus en bachelor student, zijn namelijk allebei aangenomen bij de Koninklijke Militaire Kapel “Johan Willem Friso” (KMKJWF). Beide Tuba-spelers hebben zowel de School voor Jong Talent als hun bachelor gevolgd aan het Koninklijk Conservatorium. Dit heugelijke nieuws vraagt om een interview.
Waar is jouw liefde voor tuba begonnen, en wanneer wist je dat je er professioneel mee aan de slag wilde?
Coen: ‘Ik ben op mijn 15e op euphonium begonnen aan de School voor Jong Talent. Na 2 jaar euphonium hier te hebben gestudeerd begon het toch te kriebelen om over te gaan naar de tuba. Ik wist eigenlijk vanaf het moment dat ik overstapte dat ik hier professioneel mee verder wilde gaan. ‘
Daniël: ‘Ik ben op 9 jarige leeftijd begonnen met euphonium spelen. Mijn moeder is zelf amateur muzikant en nam mij mee naar verschillende concerten. Mijn doel op euphonium was om heel laag te kunnen spelen. Op een gegeven moment kon ik lager spelen dan de tubaïsten in het orkest. Op 15-jarige leeftijd ben ik overgestapt naar bastuba. Vlug daarna ben ik aangenomen op de School voor Jong Talent en op mijn 17e ben ik met de bachelor begonnen, inmiddels zit ik in mijn derde jaar.
Waar kijk je het meeste naar uit bij KMKJWF?
Coen: ‘Ik kijk het meeste uit naar de concerten en het beter leren kennen van deze groep muzikanten. Na een paar keer te hebben ingevallen heb ik al wat mogen proeven van de gezellige sfeer. Ook heb ik erg veel zin om met mijn nieuwe tuba collega´s een mooi fundament onder het orkest te leggen!’
Daniël: ‘Ik kijk er erg naar uit om met een super jonge tuba sectie (3 tubaisten) aan de slag te gaan. Binnen de kapel zijn wij veruit de jongste sectie (gemiddelde leeftijd van 24 jaar). Dat maakt het superleuk! De andere secties zijn meer ervaren en hoop ontzettend veel van hun te leren. Het tempo ligt ontzettend hoog bij de kapel, elke week speel je uitdagende nieuwe programma’s. Van lichte muziek tot bewerkingen van klassieke muziek. Je wordt een ontzettend veelzijdig muzikant, met affiniteit voor verschillende genres.’
Wat maakt het bijzonder bij deze Kapel te mogen werken?
Coen: ‘De speciale herdenkingen die het orkest mag begeleiden lijken mij erg bijzonder. Herdenkingen zoals op 4 mei op de dam maakt dit werk erg bijzonder.’
Daniël: De veelzijdigheid maakt het echt een uniek orkest. KMKJWF speelt bij heel veel verschillende gelegenheden, en speelt zowel veel traditionele marsen, als ontzettend veel nieuwe muziek. Op topniveau zoveel verschillende muziek spelen is gewoon magisch!
Zijn er herinneringen uit je tijd op het conservatorium die eruit springen?
Coen: ‘Ik heb meerdere orkestprojecten met het conservatorium orkest mogen doen die belangrijk zijn geweest voor mijn ontwikkeling als orkestmuzikant. Bruckner 4e symfonie sprong hier voor mij uit vanwege de uitdagende tuba partij. Dankzij de goede support van mijn docent Hendrik Jan Renes heb ik hier een hele fijne herinnering aan.
Daniël: ‘Ik vond tot nu toe het Mahler 5 project vorig schooljaar ontzettend gaaf om te doen. We stonden voor een onmogelijke situatie: er was eigenlijk te weinig repetitietijd voor deze symfonie. Maar de dirigent, Adam Hickox, maakte er echt een beleving van. Ik wilde heel graag mijn best doen voor hem en het orkest. Eigenlijk had ik dit stuk nog eens willen spelen maar dan in de grote Amare zaal in plaats van de Conservatoriumzaal.
Zijn er concrete dingen die je op KC heb geleerd die je in je auditie nog bewust gebruikt hebt?
Coen: ‘Hendrik Jan Renes heeft me belangrijke vaardigheden geleerd om auditie te doen leerde me om bij een auditie vooral muziek te blijven maken. Nogmaals bedankt hiervoor!’
Daniël: ‘Iedereen die ik sprak over mijn auditie gaf mij als tip "blijf muziek maken!" En die woorden heb ik altijd in mijn hoofd gehouden. Na de auditie kreeg ik van de commissie te horen dat ze mij erg muzikaal vonden spelen en dat de muzikale lijn door het hele proefspel was terug te vinden. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik deze baan heb mogen winnen. Daarnaast is structuur een belangrijk onderdeel geweest. Bij de auditie beruste niets op toeval, alles was uitgestippeld.
Ik wil graag mijn docenten en vooral Hendrik-Jan Renes bedanken voor de steun afgelopen jaren! Mede dankzij jullie sta ik waar ik nu staan mag!’