De Ensemble Academy, een eenjarige masterspecialisatie, richt zich op hedendaags ensemblespel. In de hedendaagse muziek werk je als musicus soms rechtstreeks samen met de componisten van wie je de muziek uitvoert. Een van die intense en vruchtbare samenwerkingen tussen componist en uitvoerder vond onlangs plaats in de Conservatoriumzaal in Amare.
Seung-Won Oh, afkomstig uit Zuid-Korea, wordt gezien als een componiste met een unieke, eigen stem. Zij kwam in 2001 naar Den Haag om Compositie te studeren en was een van de laatste studenten van Louis Andriessen. Voor dit concert heeft Seung-Won Oh carte blanche gekregen om een concert met haar eigen composities samen te stellen.
Eva Beunk, alumna van de afdeling Compositie, interviewt haar over dit concert.
Hoe heb je bepaald welke stukken je wilde spelen in dit concert?
'Ik kreeg 80 minuten, de Conservatoriumzaal, een lijst met beschikbare musici, en binnen dat kader kon ik doen wat ik wilde. Ik voelde me als een conservator in de galerij van een museum, ik kon de ruimte van de Conservatoriumzaal vullen met mijn muziek en bedenken hoe mijn stukken op een mooie manier bij elkaar zouden passen.
Toen Marlon Titre (hoofd van de afdeling Klassieke Muziek) mij benaderde met deze kans, had ik net YeonDo afgerond, een requiem in opdracht van November Music. Dit requiem werd uitgevoerd in het Jheronimus Bosch Art Center. Toen ik de ruimte zag, kreeg ik meteen muzikale ideeën. Ik wilde de ruimte gebruiken, en de muzikale vorm is daar eigenlijk van afgeleid.
Na die productie realiseerde ik me het enorme effect van muziek als het publiek erdoor omcirkeld wordt. Ik besloot om op deze manier verder te gaan in de Conservatoriumzaal. Ik wilde niet de traditionele concertstructuur, waarbij de musici op het podium komen, buigen, gaan zitten, de muziek spelen, weer buigen, en steeds hetzelfde doen. Mijn muziek moest worden gepresenteerd in een ononderbroken muzikale reis, met zo min mogelijk pauzes tussen de stukken en waarbij de hele ruimte werd betrokken. Zo heb ik het concert samengesteld.'
Het concert vond plaats op 18 februari. Het publiek werd meegenomen op een reis langs 6 verschillende stukken van verschillende periodes uit Seung-Won Oh's leven. In één stuk werd het publiek door de musici omcirkeld, in een ander stuk stonden de musici juist in het midden van het publiek. Het oudste stuk is geschreven in 1999 en het nieuwste stuk was een première.
Hoe vond je het om stukken te programmeren die je zo lang geleden geschreven hebt?
'Ik heb alle composities geaccepteerd van de verschillende muzikale stadia die ik heb doorlopen. Ze maken allemaal deel uit van mij en de manier waarop ik me als componist heb ontwikkeld. In een vreemd toeval is er, ook al zijn het heel verschillende stijlen, een ongelooflijke connectie tussen alle stukken.'
Het concert werd voorafgegaan door een week vol met lange repetitiedagen. Onder leiding van dirigent Gregory Charette maakten de studenten zichzelf bekend met de nieuwe stukken.
Hoe heb je de samenwerking met de studenten ervaren?
'Op de eerste repetitiedag realiseerde ik me dat ik er bij het programmeren geen rekening mee had gehouden dat ik zou werken met studenten. Ik was bang dat ik overgeprogrammeerd had, want ik had erg moeilijke stukken gekozen. Technisch gezien waren alle musici ontzettend goed, maar sommigen hadden nog niet zo veel hedendaagse muziek gespeeld. Ik maakte me een beetje zorgen omdat we maar vijf dagen repetitietijd hadden. Maar naarmate de dagen verstreken, merkte ik dat de musici zich enorm ontwikkelden.
Deze jonge spelers hebben de mogelijkheid om een heel grote hoeveelheid informatie in heel korte tijd te absorberen, en ze gaven alles wat ze hadden. Ze hadden een ongelooflijke, exponentiele leercurve. Het was een geweldige ervaring voor me.'
Toen je drie jaar geleden gastdocent was bij de afdeling Compositie, volgde ik jouw vak 'Non-western sounds and concepts'. We bespraken veel muziek, zoals de Koreaanse traditionele muziek, die ook van grote invloed is op jouw eigen werk. De meeste studenten in het conservatorium worden alleen opgeleid in westerse muziek, zou het spelen van jouw muziek makkelijker voor ze zijn als ze ook in niet-westerse muziek getraind zouden zijn?
'Mensen beschouwen mij als iemand die westerse en oosterse muziek met elkaar verbindt en musicologen definiëren mij in deze categorie. Natuurlijk is mijn Aziatische/Koreaanse afkomst geïnternaliseerd in mijn muziek, het zit in mijn bloed, het is gewoon heel natuurlijk voor mij, maar niet iets wat ik met opzet probeer te bereiken.
Ik hoop dat je het gehoord hebt in dit programma. Het is op een bepaalde manier heel erg westers, maar sommige fundamentele dingen, zoals hoe ik een glissando benader, en hoe ademhaling belangrijk is, komen uit mijn Koreaanse erfenis.
Ik heb er bij de Ensemble Academy geen punt van gemaakt dat deze dingen een oosters concept zijn, maar ik moest wel het belang van een gedegen glissando en al die microtonale buigingen uitleggen. Deze concepten geven mijn muziek een bepaalde kleur. Ik moest dat technisch uitleggen om ervoor te zorgen dat iedereen precies begreep wat ik bedoelde. Een voorbeeld dat ik kan geven is dat in een glissando de nadruk moet liggen op de reis van de ene noot naar de andere, in plaats van op het vertrek en de aankomst.
Het is ontzettend belangrijk en behulpzaam voor ons als ontwikkelende musici om over andere culturen te leren. Door het luisteren naar andere soorten muziek kan je afstand nemen van wat je zelf aan het doen bent, en dat is belangrijk om te kunnen groeien. Het gaat er niet om dat je een andere cultuur nadoet of kopieert, maar het gaat erom dat je het verschil ziet. Zodat je, als musicus, kan besluiten hoe je een idee duidelijk wil uitwerken.'
Heeft je komst naar Den Haag je ook geholpen om je eigen ideeën duidelijker te maken?
'Mijn band met het Koninklijk Conservatorium is heel belangrijk. Ik weet niet zeker of ik een degelijke componist was geworden, als ik niet in Den Haag was komen studeren in 2001.
Ik studeerde al vele jaren Compositie, maar ik voelde me nooit echt op mijn gemak om mezelf ook als componist voor te stellen. Pas nadat ik naar Nederland kwam, stelde ik mezelf meer open om met andere studenten over muziek te praten. Europese componisten hadden heel sterke meningen over wat ze aan het doen waren, zo was ik zelf helemaal niet toen ik naar Nederland kwam.
Toen ik Louis Andriessen voor de eerste keer ontmoette vertelde hij me "Je hebt alles in je om componist te zijn. Je beschikt over alle technieken, maar je weet nog niet waarom je componeert." Dat was een groot probleem dat ik moest oplossen, en die les veranderde me in een echte componist.
Ik ben ontzettend dankbaar voor deze eer van een componistenportret dat aan mij gewijd wordt. Het was echt een ontzettend plezierige ervaring. Ik ben grote dank verschuldigd aan iedereen die hierbij betrokken was en bovenal de hardwerkende studenten, die mijn muziek uiteindelijk echt hebben begrepen. Ik waardeer het ontzettend dat ze zo leergierig en gemotiveerd waren en dat we uiteindelijk het resultaat bereikten waar ik op gehoopt had. Ik ben heel, heel blij!'