Het toelatingsexamen bestaat uit een praktijk- en een theoriegedeelte. Beide gedeeltes moeten gehaald worden om voor een plek in aanmerking te komen.

Het praktijkexamen (auditie)
Tijdens het praktijkexamen speelt de kandidaat de volgende werken:

  • twee etudes van verschillend karakter Bv.: Campagnoli - 42 caprices Dont - opus 37 Kreutzer - 42 etudes Hoffmeister - 12 studies Rode - 24 caprices
  • Een kort solostuk of twee delen van een solo suite of sonate Bv.: Telemann - Fantasie J.S. Bach - cellosuites of viool partita/sonate Britten - Elegy Hindemith - Sonate
  • Een voordrachtstuk B.v: Hindemith – Trauermusik of Meditation Glazounow – Elegie J.Chr. Bach - Concert (deel 1) Bruch – Romanze Telemann - Concert in G Bloch - Suite hebraique Bach - gamba sonates
  • Een hedendaags werk is altijd welkom

Voor alle suggesties geldt: werken van vergelijkbaar of hoger niveau zijn ook goed.

De beoordeling van het praktische gedeelte van het toelatingsexamen wordt mede beïnvloed door de volgende factoren:

  • reeds genoten muziek(vak)onderwijs
  • ontwikkelingsprognose
  • beroepsperspectief
  • technische realisatie
  • muzikale expressie

Ook de samenhang tussen deze factoren is daarbij van essentieel belang. Het (nog) niet (optimaal) kunnen uitvoeren van de stukken op de lijst is daarom op zichzelf nog geen reden om geen toelatingsexamen te doen!

Klik hier voor proefexamens theorie.